Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Geschick

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Geschick

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Geschick:
- adressat; olycklig position
- öden; skickelser; märkliga händelser
Wiktionary:
- Geschick → öde, skicklighet, färdighet
- Geschick → öde, levnadslopp, förmögenhet

Duits

Uitgebreide vertaling voor Geschick (Duits) in het Zweeds

Geschick:

Geschick [das ~] zelfstandig naamwoord

Geschick (Empfänger; Adressat; Schicksal; Los; Los des Lebens)
adressat
- adressat [-en] zelfstandig naamwoord
Geschick (Schicksal)
olycklig position
- olycklig position zelfstandig naamwoord

Geschick [die ~] zelfstandig naamwoord

die Geschick (Schicksale)
öden; skickelser; märkliga händelser
- öden zelfstandig naamwoord
- skickelser zelfstandig naamwoord
- märkliga händelser zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Geschick:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
adressat	Adressat; Empfänger; Geschick; Los; Los des Lebens; Schicksal
märkliga händelser	Geschick; Schicksale
olycklig position	Geschick; Schicksal
skickelser	Geschick; Schicksale
öden	Geschick; Schicksale

Synoniemen voor "Geschick":

Geschicklichkeit; Gewandtheit

Wiktionary: Geschick

Geschick

noun

Schicksal
- Geschick → öde
Plural ungebräuchlich: Fähigkeit
- Geschick → skicklighet; färdighet

Cross Translation:

From	To	Via
• Geschick	→ öde; levnadslopp	↔ destinée — destin particulier d’une personne ou d’une chose.
• Geschick	→ förmögenhet	↔ fortune — hasard, chance.