Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Geschmack

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Geschmack

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Geschmack:
- smak; försmak; bismak
- bouqet; doft; arom
Wiktionary:
- Geschmack → smak
- Geschmack → smak, tycke

Duits

Uitgebreide vertaling voor Geschmack (Duits) in het Zweeds

Geschmack:

Geschmack [der ~] zelfstandig naamwoord

der Geschmack (Geschmackempfindung)
smak
- smak [-en] zelfstandig naamwoord
der Geschmack
försmak; smak; bismak
- försmak [-en] zelfstandig naamwoord
- smak [-en] zelfstandig naamwoord
- bismak [-en] zelfstandig naamwoord

Geschmack [das ~] zelfstandig naamwoord

Geschmack (Geruch; Aroma; Atem)
bouqet; doft; arom
- bouqet zelfstandig naamwoord
- doft [-en] zelfstandig naamwoord
- arom [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Geschmack:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
arom	Aroma; Atem; Geruch; Geschmack	Aroma; Geschmackszusatz
bismak	Geschmack	Beigeschmack; Nebengeschmack
bouqet	Aroma; Atem; Geruch; Geschmack
doft	Aroma; Atem; Geruch; Geschmack	Aroma; Busch; Duft; Geschmackszusatz; Strauß
försmak	Geschmack	Demonstration; Kostprobe; Probe; Vorgeschmack
smak	Geschmack; Geschmackempfindung	Geschmacksstoff; Neigung; Vorliebe; Vorzug; Wahl

Synoniemen voor "Geschmack":

Geschmacksrichtung; Wohlgeschmack; Würze
Gout; Gusto

Wiktionary: Geschmack

Geschmack

noun

die Gesamtheit der individuellen Vorlieben
- Geschmack → smak
Empfindung von Mensch und höheren Tieren bei der Nahrungsaufnahme über den Mund beziehungsweise das Maul
- Geschmack → smak

Cross Translation:

From	To	Via
• Geschmack	→ smak	↔ flavour — the quality produced by the sensation of taste
• Geschmack	→ smak	↔ taste — one of the sensations produced by the tongue
• Geschmack	→ smak; tycke	↔ taste — implicit set of preferences

Verwante vertalingen van Geschmack