Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Glas

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Glas

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Glas:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. glas:
  2. glas-:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Glas (Duits) in het Zweeds

Glas:

Glas [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Glas (Fensterglas; Fenster; Fensterscheibe; Glasscheibe; Scheibe)
    fönsterglas
  2. Glas
    glas
    • glas [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. Glas (Fensterglas)
    glas; fönsterglas

Vertaal Matrix voor Glas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fönsterglas Fenster; Fensterglas; Fensterscheibe; Glas; Glasscheibe; Scheibe
glas Fensterglas; Glas Glasservice; Glaswerk; Schnäpse

Synoniemen voor "Glas":


Wiktionary: Glas

Glas
noun
  1. Seefahrt: Zeitangabe für eine halbe Stunde
  2. ein Behälter für Lebensmittel
  3. die Menge einer Flüssigkeit, die in [3] passt
  4. Gefäß für Getränke
  5. Gegenstand, der aus [1] besteht
  6. kein Plural: durchsichtige chemische Verbindung
Cross Translation:
FromToVia
• Glas → glas ↔ glass — substance
• Glas → glas ↔ glass — drinking vessel
• Glas → glas ↔ glass — amorphous non-crystalline substance
• Glas → burk ↔ jar — small container for food
• Glas → glas ↔ vitre — plaque de verre située sur une ouverture telle qu’une porte ou une fenêtre.

Glas...:


Synoniemen voor "Glas...":


Verwante vertalingen van Glas



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Glas (Zweeds) in het Duits

glas:

glas [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. glas (drinkar)
    der Schnäpse
  2. glas (glasvaror)
    Glaswerk; Glasservice
  3. glas
    Glas
    • Glas [das ~] zelfstandig naamwoord
  4. glas (fönsterglas)
    Glas; Fensterglas
    • Glas [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Fensterglas [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor glas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fensterglas fönsterglas; glas fönsterglas
Glas fönsterglas; glas fönsterglas
Glasservice glas; glasvaror
Glaswerk glas; glasvaror spegel
Schnäpse drinkar; glas brännvin; enklare mottagning; genever; hutt; huttar; jamare; sup; supar

Synoniemen voor "glas":


Wiktionary: glas

glas
noun
  1. Seefahrt: Zeitangabe für eine halbe Stunde
  2. ein Behälter für Lebensmittel
  3. die Menge einer Flüssigkeit, die in [3] passt
  4. Gefäß für Getränke
  5. Gegenstand, der aus [1] besteht
  6. kein Plural: durchsichtige chemische Verbindung
Cross Translation:
FromToVia
• glas → Glas ↔ glass — substance
• glas → Glas ↔ glass — drinking vessel
• glas → Glas ↔ glass — amorphous non-crystalline substance
• glas → Scheibe; Glas ↔ vitre — plaque de verre située sur une ouverture telle qu’une porte ou une fenêtre.

glas-:

glas- bijvoeglijk naamwoord

  1. glas-
    gläsern

Vertaal Matrix voor glas-:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gläsern glas- delikat; fallfärdig; fallfärdigt; genomlysande; genomskinlig; genomskinligt; glansigt; glaserad; glaserat; glaslik; glaslikt; gles; glest; klar; klargjord; klargjort; klarnat; klart; ledsvagt; omtåligt; rankigt; rart; skrangligt; skrovligt; skröplig; spegelblankt; sällspord; sällsport; sällsynt; sönderriven; sönderrivet; tunt; uppenbar; uppenbart

Wiktionary: glas-

glas-
adjective
  1. aus Glas bestehend, aus Glas gefertigt

Verwante vertalingen van Glas







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0391 seconde
Page rendered in 1.0 seconds