Gras: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Gras:
- marijuana; gräs; ogräs; marihuana
Wiktionary:
- Gras → gräs
- Gras → gräs, gräsmatta, ört

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

gräs:
- Marihuana; Gras; Rasendecke; Grasfeld; Rasen; Grasplatz; Rasenplatz
Wiktionary:
- gräs → Gras
- gräs → Gras, Rasen, Kraut

Duits

Uitgebreide vertaling voor Gras (Duits) in het Zweeds

Gras:

Gras [das ~] zelfstandig naamwoord

Gras (Marihuana)
marijuana; gräs
- marijuana [-en] zelfstandig naamwoord
- gräs [-ett] zelfstandig naamwoord
Gras (Marihuana)
ogräs; marihuana
- ogräs [-ett] zelfstandig naamwoord
- marihuana zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gras:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gräs	Gras; Marihuana	Grasfeld; Grasplatz; Rasen; Rasendecke; Rasenplatz
marihuana	Gras; Marihuana
marijuana	Gras; Marihuana
ogräs	Gras; Marihuana	Gestrüpp; Schmarotzerpflanze; Unkraut; Wucherpflanze

Synoniemen voor "Gras":

Grün; Grünfläche; Rasen; Weide; Wiese; Gewächs; Pflanze
Grünes; Kraut; Marihuana; Mary Jane; Weed; Cannabis; Ganja; Pot
Cannabis; Ganja; Pot; Betäubungsmittel; Dope; Droge; Rauschgift; Rauschmittel; Stoff; Suchtgift; Suchtmittel; Suchtstoff

Wiktionary: Gras

Gras

noun

(umgangssprachlich) getrocknete Pflanzenteile des Hanfs
- Gras → gräs
Ordnung von einkeimblättrigen Pflanzen mit unscheinbaren Blüten und langen, einfachen Blättern
- Gras → gräs

Cross Translation:

From	To	Via
• Gras	→ gräs	↔ grass — ground cover plant
• Gras	→ gräs	↔ grass — marijuana
• Gras	→ gräs	↔ weed — slang: marijuana
• Gras	→ gräsmatta	↔ gazon — (botanique) végétation courte de plantes herbacées.
• Gras	→ gräs; ört	↔ herbe — botan\|fr (sens strict) Un végétal vert, monocotylédone ou dicotylédone, à tige fine et molle car non ligneuse (pas un tronc ni une stipe), vivace ou annuel, et qui perd tiges et feuilles en hiver.

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Gras (Zweeds) in het Duits

gräs:

gräs [-ett] zelfstandig naamwoord

gräs (marijuana)
Marihuana; Gras
- Marihuana [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gras [das ~] zelfstandig naamwoord
gräs (gräsbevuxen yta; ängsmarker; gräsmarker)
die Rasendecke
- Rasendecke [die ~] zelfstandig naamwoord
gräs (gräsmatta; gräsmark)
Grasfeld; der Rasen; der Grasplatz; der Rasenplatz
- Grasfeld [das ~] zelfstandig naamwoord
- Rasen [der ~] zelfstandig naamwoord
- Grasplatz [der ~] zelfstandig naamwoord
- Rasenplatz [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gräs:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Gras	gräs; marijuana	marihuana; ogräs
Grasfeld	gräs; gräsmark; gräsmatta	gräsmatta
Grasplatz	gräs; gräsmark; gräsmatta
Marihuana	gräs; marijuana	marihuana; ogräs
Rasen	gräs; gräsmark; gräsmatta	gräsmatta
Rasendecke	gräs; gräsbevuxen yta; gräsmarker; ängsmarker
Rasenplatz	gräs; gräsmark; gräsmatta	gräsmatta

Synoniemen voor "gräs":

halmstrå; knark; marijuana; hasch

Wiktionary: gräs

gräs

noun

(umgangssprachlich) getrocknete Pflanzenteile des Hanfs
- Gras → gräs
Ordnung von einkeimblättrigen Pflanzen mit unscheinbaren Blüten und langen, einfachen Blättern
- Gras → gräs

Cross Translation:

From	To	Via
• gräs	→ Gras	↔ grass — ground cover plant
• gräs	→ Rasen	↔ grass — lawn
• gräs	→ Gras	↔ grass — marijuana
• gräs	→ Gras	↔ weed — slang: marijuana
• gräs	→ Gras; Kraut	↔ herbe — botan\|fr (sens strict) Un végétal vert, monocotylédone ou dicotylédone, à tige fine et molle car non ligneuse (pas un tronc ni une stipe), vivace ou annuel, et qui perd tiges et feuilles en hiver.

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Gras

Uitgebreide vertaling voor Gras (Duits) in het Zweeds

Gras:

Gras [das ~] zelfstandig naamwoord

Gras (Marihuana)

Gras (Marihuana)

Vertaal Matrix voor Gras:

Synoniemen voor "Gras":

Wiktionary: Gras

Uitgebreide vertaling voor Gras (Zweeds) in het Duits

gräs:

gräs [-ett] zelfstandig naamwoord

gräs (marijuana)

gräs (gräsbevuxen yta; ängsmarker; gräsmarker)

gräs (gräsmatta; gräsmark)

Vertaal Matrix voor gräs:

Synoniemen voor "gräs":

Wiktionary: gräs

Verwante vertalingen van Gras