Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Grundregel:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. grundregel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Grundregel (Duits) in het Zweeds

Grundregel:

Grundregel [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Grundregel (Regel)
    regel; princip; grundregel; maxim
    • regel [-en] zelfstandig naamwoord
    • princip [-en] zelfstandig naamwoord
    • grundregel zelfstandig naamwoord
    • maxim [-en] zelfstandig naamwoord
  2. die Grundregel (Dogma; Grundlagen; Grundsatz; )
    lärosats; dogm; trossats
  3. die Grundregel (Dogma; Grundsatz; Axiom)
    dogm
    • dogm [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Grundregel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dogm Axiom; Dogma; Eckstein; Glaubensartikel; Glaubenssatz; Grundlage; Grundlagen; Grundregel; Grundsatz; Grundsätze Axiom; Glaubenslehre; Grundsatz; Lehrbegriff; Lehrsatz
grundregel Grundregel; Regel Hauptregel
lärosats Axiom; Dogma; Eckstein; Glaubensartikel; Glaubenssatz; Grundlage; Grundlagen; Grundregel; Grundsatz; Grundsätze Lehrbegriff; Lehrgebäude; Lehrsatz
maxim Grundregel; Regel Axiom; Grundsatz
princip Grundregel; Regel Richtlinie; Richtlinien
regel Grundregel; Regel Dienstordnung; Filter; Ordnung; Regel; Reglementierung; Richtlinie; Riegel; Schloß; offizielle Verordnung
trossats Axiom; Dogma; Eckstein; Glaubensartikel; Glaubenssatz; Grundlage; Grundlagen; Grundregel; Grundsatz; Grundsätze Lehrbegriff; Lehrsatz

Synoniemen voor "Grundregel":


Wiktionary: Grundregel

Grundregel
noun
  1. Entscheidende Regel, auf der andere Regeln aufbauen oder hinter die andere Regeln zurücktreten



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Grundregel (Zweeds) in het Duits

grundregel:

grundregel zelfstandig naamwoord

  1. grundregel (huvudregel)
    die Hauptregel
  2. grundregel (regel; princip; maxim)
    die Regel; die Grundregel
    • Regel [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Grundregel [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor grundregel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Grundregel grundregel; maxim; princip; regel dogm; lärosats; trossats
Hauptregel grundregel; huvudregel
Regel grundregel; maxim; princip; regel beslutsamhet; disciplin; filter; ordning; regel; sjukdom; uttalande

Wiktionary: grundregel

grundregel
noun
  1. Entscheidende Regel, auf der andere Regeln aufbauen oder hinter die andere Regeln zurücktreten