Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Hacker:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. hacker:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Hacker (Duits) in het Zweeds

Hacker:

Hacker [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Hacker
    dataspecialist; hacker
  2. der Hacker

Vertaal Matrix voor Hacker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dataspecialist Hacker
hacker Hacker
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
hackare Hacker

Synoniemen voor "Hacker":


Wiktionary: Hacker

Hacker
noun
  1. nach allgemeinem Verständnis ein überaus talentierter Computerspezialist, der insbesondere Sicherheitsbarrieren überwinden und in fremde Systeme eindringen kann

Computer vertaling door derden:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Hacker (Zweeds) in het Duits

hacker:

hacker [-en] zelfstandig naamwoord

  1. hacker (dataspecialist)
    der Hacker
    • Hacker [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hacker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Hacker dataspecialist; hacker hackare

Wiktionary: hacker

hacker
noun
  1. weibliche Form eines Hackers
  2. nach allgemeinem Verständnis ein überaus talentierter Computerspezialist, der insbesondere Sicherheitsbarrieren überwinden und in fremde Systeme eindringen kann

Computer vertaling door derden: