Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Haftung

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Haftung

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Haftung:
- ansvar; benägenhet; svarande
Wiktionary:
- Haftung → vidhäftning, ansvar
- Haftung → ansvar

Duits

Uitgebreide vertaling voor Haftung (Duits) in het Zweeds

Haftung:

Haftung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Haftung (Haftpflichtigkeit; Verantwortlichkeit)
ansvar; benägenhet; svarande
- ansvar [-ett] zelfstandig naamwoord
- benägenhet [-en] zelfstandig naamwoord
- svarande [-en] zelfstandig naamwoord
die Haftung
ansvar
- ansvar [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Haftung:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ansvar	Haftpflichtigkeit; Haftung; Verantwortlichkeit	Verantwortung
benägenhet	Haftpflichtigkeit; Haftung; Verantwortlichkeit	Einstellung; Geneigtheit; Gesinnung; Hang; Neigung; Tendenz; Trend; Vorliebe; Zuneigung
svarande	Haftpflichtigkeit; Haftung; Verantwortlichkeit	Angeklagte; Befragte; Beschuldigte

Synoniemen voor "Haftung":

Haftkapital; Haftvermögen
Haftpflicht; Obligo; Verantwortlichkeit
Haftreibung

Wiktionary: Haftung

Haftung

noun

Physik: Halt auf einer Oberfläche
- Haftung → vidhäftning
Recht, nur Einzahl: die rechtliche Belangbarkeit
- Haftung → ansvar

Cross Translation:

From	To	Via
• Haftung	→ ansvar	↔ aansprakelijkheid — verantwoordelijkheid, vervolgbaarheid

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Haftung (Zweeds) in het Duits

Haftung: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

ha: haben; besitzen
ung: jung; jugendlich