Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Hai:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Hai (Duits) in het Zweeds

Hai:

Hai [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Hai (Haifisch)
    haj
    • haj [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Hai:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
haj Hai; Haifisch

Synoniemen voor "Hai":


Wiktionary: Hai

Hai
noun
  1. Zoologie, Ichthyologie: im Meer lebender Raubfisch (Überordnung Selachii) aus der Klasse der Knorpelfische

Cross Translation:
FromToVia
Hai haj haai — kraakbenige roofvis
Hai haj shark — scaleless cartilaginous fish
Hai haj requin — Poisson de mer de la classe des Chondrichthyens.