Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Halogen:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. halogen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Halogen (Duits) in het Zweeds

Halogen:

Halogen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Halogen
    halogen; saltbildare
  2. Halogen
    halogen
    • halogen [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Halogen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
halogen Halogen
saltbildare Halogen

Synoniemen voor "Halogen":


Wiktionary: Halogen

Halogen
noun
  1. Chemie: chemisches Element der 7. Hauptgruppe des Periodensystems

Cross Translation:
FromToVia
Halogen halogen halogeen — scheikunde|nld naam voor elk element uit de zevende chemische reeks van het periodiek systeem.De overeenkomst van de elementen uit de halogeenreeks is de buitenste elektonenschil , die zeven elektonen bezit



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Halogen (Zweeds) in het Duits

halogen:

halogen [-en] zelfstandig naamwoord

  1. halogen (saltbildare)
    Halogen
    • Halogen [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor halogen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Halogen halogen; saltbildare

Wiktionary: halogen

halogen
noun
  1. Chemie: chemisches Element der 7. Hauptgruppe des Periodensystems

Cross Translation:
FromToVia
halogen Halogen halogeen — scheikunde|nld naam voor elk element uit de zevende chemische reeks van het periodiek systeem.De overeenkomst van de elementen uit de halogeenreeks is de buitenste elektonenschil , die zeven elektonen bezit