Hebräisch: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

hebräisch:
- jude; hebré
Wiktionary:
- Hebräisch → hebreiska
- Hebräisch → hebreiska
- hebräisch → hebreisk
- hebräisch → hebreisk, hebreiskspråkig

Duits

Uitgebreide vertaling voor Hebräisch (Duits) in het Zweeds

hebräisch
jude; hebré
- jude [-en] zelfstandig naamwoord !
- hebré [-en] zelfstandig naamwoord

hebräisch

adjective

Cross Translation:

From	To	Via
• hebräisch	→ hebreisk	↔ Hebrew — pertaining to the people
• hebräisch	→ hebreiskspråkig; hebreisk	↔ Hebrew — pertaining to the language

Hebräisch

noun

Gemeint ist Iwrit, erste Staatssprache in Israel als heute lebende Sprache.
- Hebräisch → hebreiska
Hebraisten bezeichnen mit Hebräisch in der Regel Althebräisch, welches auch Lerngegenstand des Hebraicums ist.
- Hebräisch → hebreiska
Hebräisch bezeichnet als Oberbegriff eine Sprache, die zur nordwestlichen Gruppe der semitische Sprache gehört. Sie umfasst das das Althebräische des Altes Testament, das zeitlich nachfolgende Mittelhebräisch und das auf der Grundlage des [[alttestamentlich]
- Hebräisch → hebreiska

Cross Translation:

From	To	Via
• Hebräisch	→ hebreiska	↔ Hebrew — language
• Hebräisch	→ hebreiska	↔ Hebreeuws — de officiële taal van Israël, de heilige taal van de Joden en de taal van de Tenach