Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Integrität

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Integrität

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Integrität:
- integritet; uppriktighet; dataintegritet; hälsa
Wiktionary:
- Integrität → integritet
- Integrität → godhet, integritet

Duits

Uitgebreide vertaling voor Integrität (Duits) in het Zweeds

Integrität:

Integrität [die ~] zelfstandig naamwoord

die Integrität (Aufrichtigkeit)
integritet
- integritet [-en] zelfstandig naamwoord
die Integrität (Unbestechlichkeit; Aufrichtigkeit; Rechtschaffenheit)
uppriktighet
- uppriktighet [-en] zelfstandig naamwoord
die Integrität (Datenintegrität)
integritet; dataintegritet
- integritet [-en] zelfstandig naamwoord
- dataintegritet
die Integrität
hälsa
- hälsa [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Integrität:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hälsa	Integrität	Begrüßungsschuß; Gesundheit; Salutschuß; Salve; Wohlbefinden
integritet	Aufrichtigkeit; Datenintegrität; Integrität
uppriktighet	Aufrichtigkeit; Integrität; Rechtschaffenheit; Unbestechlichkeit	Aufrichtigkeit; Ehrlichkeit; Freimut; Freimütigkeit; Gerechtigkeit; Herzlichkeit; Wahrheitssinn; Wohlgemeintheit
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hälsa		begrüßen; grüßen; salutieren
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dataintegritet	Datenintegrität; Integrität

Synoniemen voor "Integrität":

Unbescholtenheit; Unversehrtheit

Wiktionary: Integrität

Integrität

noun

die Fehlerfreiheit, Widerspruchsfreiheit oder Vollständigkeit von Daten (zum Beispiel auf einem PC)
- Integrität → integritet
die charakterliche Unbescholtenheit, Unversehrtheit oder Unverletzlichkeit von jemandem
- Integrität → integritet

Cross Translation:

From	To	Via
• Integrität	→ godhet	↔ goodness — state or characteristic of being good
• Integrität	→ integritet	↔ integrity — steadfast adherence to a strict moral or ethical code

Computer vertaling door derden: