Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Kassette:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kassette (Duits) in het Zweeds

Kassette:

Kassette [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Kassette (Tonband)
    cassette; band; tape
    • cassette zelfstandig naamwoord
    • band [-ett] zelfstandig naamwoord
    • tape [-en] zelfstandig naamwoord
  2. die Kassette

Vertaal Matrix voor Kassette:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
band Kassette; Tonband Affinität; Anschluß; Band; Besatz; Beschlag; Beziehung; Bindfäden; Bindung; Blaskapelle; Borte; Bändchen; Bänder; Bündnis; Einheitlichkeit; Fanfare; Farbband; Farbbänder; Gebundenheit; Gemeinschaft; Harmonie; Inforegister; Kante; Kapellen; Krempe; Leiste; Magnetband; Rand; Saum; Schnürchen; Schnüre; Seile; Spielmannszug; Streifen; Tonband; Tragriemen; Tresse; Verband; Verbindung; Zusammenhang
cassette Kassette; Tonband
tape Kassette; Tonband
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
ljudkassett Kassette

Synoniemen voor "Kassette":


Wiktionary: Kassette

Kassette
noun
  1. Unterhaltungselektronik, veraltet: ein Magnetband, das auf zwei kleinen Spulen gerollt und in ein rechteckiges Gehäuse eingebaut ist
  2. Fotografie: ein lichtdichter Behälter in einem Fotoapparat oder in einer Fotokamera, in den der Film oder die Fotoplatte eingelegt wird
  3. Architektur: ein vertieftes Feld in einer Decke
  4. ein verschließbares Kästchen zur Aufbewahrung von Geld oder Wertsachen
  5. eine feste Schutzhülle für Bücher, Schallplatten, CDs etc.

Cross Translation:
FromToVia
Kassette kassett cassette — small flat case containing magnetic tape
Kassette skatt cassette — Traductions à trier suivant le sens
Kassette ask; dosa coffret — Petit coffre.