Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Kies

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Kies

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Kies:
- singel; grus; småsten; svavelkis
Wiktionary:
- Kies → klöver, deg, singel, grus
- Kies → grus

Duits

Uitgebreide vertaling voor Kies (Duits) in het Zweeds

Kies:

Kies [der ~] zelfstandig naamwoord

der Kies (Kieselstein; Grus)
singel; grus; småsten
- singel [-en] zelfstandig naamwoord
- grus [-ett] zelfstandig naamwoord
- småsten [-en] zelfstandig naamwoord
der Kies
svavelkis
- svavelkis [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Kies:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
grus	Grus; Kies; Kieselstein	Pökel; Salzlake
singel	Grus; Kies; Kieselstein	Riemen; Ringgraben; Stadtgraben
småsten	Grus; Kies; Kieselstein	Felsen; Gehänge; Kleinod; Nippes; Nippsache; Stein; Steinbock; Steinchen; Steinplatte; Zündstein; kleineStein
svavelkis	Kies

Synoniemen voor "Kies":

Schotter; Split; Streusand
Asche; Bares; Bimbes; Geld; Heu; Knete; Kohle; Kröten; Mammon; Moneten; Moos; Mäuse; Ocken; Penunze; Piepen; Pulver; Rubel; Schotter; Taler; Zaster; Öcken; nicht lebendes Objekt; unbelebtes Objekt

Wiktionary: Kies

Kies

noun

ohne Plural; salopp: (bares) Geld
- Kies → klöver; deg
Baustoff und Bauzuschlagstoff, Filtermaterial aus [1]
- Kies → singel; grus
lose Gesteinsstücke in einer Korngröße von etwa 3 mm bis 30 mm
- Kies → grus

Cross Translation:

From	To	Via
• Kies	→ grus	↔ gravel — small fragments of rock