Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Kindergarten:
  2. Kindergärten:
  3. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. kindergarten:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kindergarten (Duits) in het Zweeds

Kindergarten:

Kindergarten [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Kindergarten (Krippe; Kinderheim; Kita)
    barnkrubba; daghem

Vertaal Matrix voor Kindergarten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barnkrubba Kindergarten; Kinderheim; Kita; Krippe
daghem Kindergarten; Kinderheim; Kita; Krippe Kindergärten

Synoniemen voor "Kindergarten":


Wiktionary: Kindergarten

Kindergarten
noun
  1. Ort, an dem Kinder vor dem schulpflichtigen Alter betreut und gefördert werden

Cross Translation:
FromToVia
Kindergarten förskola; dagis; daghem; lekis; lekskola kindergarten — educational institution for young children, usually between ages 4 and 6

Kindergärten:

Kindergärten [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Kindergärten
    barnkrubbor; daghem

Vertaal Matrix voor Kindergärten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barnkrubbor Kindergärten
daghem Kindergärten Kindergarten; Kinderheim; Kita; Krippe



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Kindergarten (Zweeds) in het Duits

kindergarten:

kindergarten zelfstandig naamwoord

  1. kindergarten (lekskola)
    die Vorschule

Vertaal Matrix voor kindergarten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Vorschule kindergarten; lekskola förskola

Wiktionary: kindergarten

kindergarten
noun
  1. Ort, an dem Kinder vor dem schulpflichtigen Alter betreut und gefördert werden

Verwante vertalingen van Kindergarten