Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Klientel

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Klientel

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Klientel:
- kundkrets; klientel; besökare
Wiktionary:
- Klientel → klientel
- Klientel → kundkrets

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

klientel:
- Kundenkreis; Kundschaft; Klientel; Gäste
Wiktionary:
- klientel → Klientel

Duits

Uitgebreide vertaling voor Klientel (Duits) in het Zweeds

Klientel:

Klientel [die ~] zelfstandig naamwoord

die Klientel (Kundschaft; Kundenkreis; Gäste)
kundkrets; klientel
- kundkrets zelfstandig naamwoord
- klientel [-ett] zelfstandig naamwoord
die Klientel (Besucher; Gäste; Kundschaft; Kundenkreis)
besökare
- besökare [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Klientel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
besökare	Besucher; Gäste; Klientel; Kundenkreis; Kundschaft	Besuch; Besucher; Eingeladene; Gast; Gäste; Hausgast; Logiergast; Tischgast
klientel	Gäste; Klientel; Kundenkreis; Kundschaft	Kundenkreis; Kundschaft
kundkrets	Gäste; Klientel; Kundenkreis; Kundschaft	Kundenkreis; Kundschaft

Synoniemen voor "Klientel":

Abnehmerkreis; Kunde; Kundenkreis; Kundenstamm; Kundschaft; Zielgruppe

Wiktionary: Klientel

Klientel

noun

Gesamtheit der Klienten
- Klientel → klientel

Cross Translation:

From	To	Via
• Klientel	→ kundkrets	↔ clientele — body of clients who frequent an establishment

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Klientel (Zweeds) in het Duits

klientel:

klientel [-ett] zelfstandig naamwoord

klientel (kundkrets)
der Kundenkreis; die Kundschaft
- Kundenkreis [der ~] zelfstandig naamwoord
- Kundschaft [die ~] zelfstandig naamwoord
klientel (kundkrets)
die Klientel; der Kundenkreis; die Gäste; die Kundschaft
- Klientel [die ~] zelfstandig naamwoord
- Kundenkreis [der ~] zelfstandig naamwoord
- Gäste [die ~] zelfstandig naamwoord
- Kundschaft [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor klientel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Gäste	klientel; kundkrets	besökare; gäst; nattgäst; övernattningsgäst
Klientel	klientel; kundkrets	besökare
Kundenkreis	klientel; kundkrets	besökare
Kundschaft	klientel; kundkrets	besökare; kunder

Wiktionary: klientel

klientel

noun

Gesamtheit der Klienten
- Klientel → klientel