Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Kopula:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. kopula:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kopula (Duits) in het Zweeds

Kopula:

Kopula [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Kopula
    kopula; kopulaverb

Vertaal Matrix voor Kopula:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kopula Kopula
kopulaverb Kopula

Wiktionary: Kopula

Kopula
noun
  1. Linguistik: mit "Kopula" sind die Verben "sein", "bleiben" und "werden" gemeint, deren Funktion darin gesehen wird, eine Verbindung zwischen Subjekt und Prädikatsnomen zu bewirken.



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Kopula (Zweeds) in het Duits

kopula:

kopula zelfstandig naamwoord

  1. kopula (kopulaverb)
    die Kopula
    • Kopula [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kopula:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kopula kopula; kopulaverb

Wiktionary: kopula

kopula
noun
  1. Linguistik: mit "Kopula" sind die Verben "sein", "bleiben" und "werden" gemeint, deren Funktion darin gesehen wird, eine Verbindung zwischen Subjekt und Prädikatsnomen zu bewirken.