Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ladung (Duits) in het Zweeds

Ladung:

Ladung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Ladung (Beladung; Frachtgut)
    last; frakt; gods
    • last [-en] zelfstandig naamwoord
    • frakt [-en] zelfstandig naamwoord
    • gods [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. die Ladung
    kallelse
  3. die Ladung
    last
    • last [-en] zelfstandig naamwoord
  4. die Ladung
    betalning
  5. die Ladung (elektrische Ladung)
    elektrisk laddning
  6. die Ladung (elektrische Ladung)
    elektisk spänning
  7. die Ladung (Frachtgut; Fracht; Gut)
    frakt; gods; last; fraktgods
    • frakt [-en] zelfstandig naamwoord
    • gods [-ett] zelfstandig naamwoord
    • last [-en] zelfstandig naamwoord
    • fraktgods [-ett] zelfstandig naamwoord
  8. die Ladung (Beladung; Fracht; Befrachtung; Frachtgut; Last)
    frakt; belastning
  9. die Ladung (Frachtgut; Fracht; Beladung; Befrachtung)
    frakt
    • frakt [-en] zelfstandig naamwoord
  10. die Ladung (Fuhre; Schub)
    vagnslass; kärrlass

Vertaal Matrix voor Ladung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
belastning Befrachtung; Beladung; Fracht; Frachtgut; Ladung; Last
betalning Ladung Abrechnung; Abtragen; Abzahlen; Anschütten; Anschüttung; Arbeitslohn; Auszahlung; Begleichung; Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Einkünfte; Entgeld; Erwerbseinkünfte; Gehalt; Genugtuung; Leistung; Lohn; Monatslohn; Verdienst; Zahlen; Zahlung
elektisk spänning Ladung; elektrische Ladung
elektrisk laddning Ladung; elektrische Ladung
frakt Befrachtung; Beladung; Fracht; Frachtgut; Gut; Ladung; Last Schiffsfracht; Schiffsladung
fraktgods Fracht; Frachtgut; Gut; Ladung
gods Beladung; Fracht; Frachtgut; Gut; Ladung Artikel; Güter; Handelsware; Kaufware; Rittergut; Ware; Zeug
kallelse Ladung Anrufung; Aufforderung; Aufruf; Ausrufen; Ruf; Rufen; Schrei; Schreiben; Schreien; Vokation
kärrlass Fuhre; Ladung; Schub
last Beladung; Fracht; Frachtgut; Gut; Ladung Bürde; Einladen; Einschiffung; Gewicht; Klemmblock; Krankheit; Kreuz; Ladungen; Last; Leiden; Schraubstock; Schwere; Transporte; Verladung; Verschiffung; Übel
vagnslass Fuhre; Ladung; Schub

Synoniemen voor "Ladung":


Wiktionary: Ladung

Ladung
noun
  1. (umgangssprachlich) eine größere Menge
  2. Physik, Elektrotechnik: die Eigenschaft von Teilchen oder Objekten, mit einem elektromagnetischen Feld in Wechselwirkung zu treten
  3. Jurisdiktion: Vorladung vor ein Gericht oder eine Behörde
  4. Militär: definierte Menge an Munition oder Sprengstoff
  5. Transportwirtschaft: Last, die auf ein Transportmittel gebracht wird

Cross Translation:
FromToVia
Ladung laddning charge — electric charge

Verwante vertalingen van Ladung