Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Lebenswandel

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Lebenswandel

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Lebenswandel:
- liv; livsväg; existens; varande; levnadsbeskrivning; biografi; livets gång
Wiktionary:
- Lebenswandel → levnadssätt, levnadsvandel

Duits

Uitgebreide vertaling voor Lebenswandel (Duits) in het Zweeds

Lebenswandel:

Lebenswandel [der ~] zelfstandig naamwoord

der Lebenswandel (Existenz; Sein; Leben; Dasein; Fortbestehen)
liv; livsväg; existens; varande
- liv [-ett] zelfstandig naamwoord
- livsväg zelfstandig naamwoord
- existens [-en] zelfstandig naamwoord
- varande zelfstandig naamwoord
der Lebenswandel (Lebensgeschichte; Lebenslauf; Leben)
levnadsbeskrivning; biografi; livets gång
- levnadsbeskrivning zelfstandig naamwoord
- biografi [-en] zelfstandig naamwoord
- livets gång zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Lebenswandel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
biografi	Leben; Lebensgeschichte; Lebenslauf; Lebenswandel	Biografie; Biographie; Gedenkschrift; Lebensbeschreibung
existens	Dasein; Existenz; Fortbestehen; Leben; Lebenswandel; Sein
levnadsbeskrivning	Leben; Lebensgeschichte; Lebenslauf; Lebenswandel	Lebenslauf
liv	Dasein; Existenz; Fortbestehen; Leben; Lebenswandel; Sein	Betrieb; Dauerhaftigkeit; Durcheinander; Gedränge; Gedrängtheit; Getreibe; Gezänk; Haltbarkeit; Klamauk; Leben; Rummel; Scherrerei; Tamtam; Zulauf; reges Leben; starkeVerkehr
livets gång	Leben; Lebensgeschichte; Lebenslauf; Lebenswandel
livsväg	Dasein; Existenz; Fortbestehen; Leben; Lebenswandel; Sein
varande	Dasein; Existenz; Fortbestehen; Leben; Lebenswandel; Sein

Wiktionary: Lebenswandel

Lebenswandel

noun

Art und Weise, in der Menschen ihr persönliches und sittliches Leben gestalten
- Lebenswandel → levnadssätt; levnadsvandel