Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Lenker:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Lenker (Duits) in het Zweeds

Lenker:

Lenker [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Lenker (Politiker; Staatsmann; Chauffeur; Fahrer)
    politiker
  2. der Lenker (Chauffeur; Fahrer; Führer; )
    chaufför

Vertaal Matrix voor Lenker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chaufför Chauffeur; Fahrer; Frachtführer; Fuhrmann; Führer; Lenker; Reiter; Wagenführer Chauffeur; Fahrer
politiker Chauffeur; Fahrer; Lenker; Politiker; Staatsmann Politiker; Staatskunde; Staatslehre; Staatsmänner; Staatswissenschaft

Synoniemen voor "Lenker":


Wiktionary: Lenker

Lenker
noun
  1. Person, die Abläufe steuert, leitet
  2. kurz für: Fahrzeuglenker, die Person, die ein Fahrzeug steuert
  3. Einrichtung zum Steuern eines Fahrzeuges

Cross Translation:
FromToVia
Lenker styre handlebar — bar for steering