Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Loch

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Loch

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Loch:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Loch (Duits) in het Zweeds

Loch:

Loch [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Loch (Bresche; Öffnung; Einschläge; Aufmachung; Einschlag)
    bräcka; brytning; lucka; rämna; bräsch
    • bräcka [-en] zelfstandig naamwoord
    • brytning [-en] zelfstandig naamwoord
    • lucka [-en] zelfstandig naamwoord
    • rämna [-en] zelfstandig naamwoord
    • bräsch [-en] zelfstandig naamwoord
  2. Loch (Leck; undichte Stelle)
    hål; lekkage
    • hål [-ett] zelfstandig naamwoord
    • lekkage zelfstandig naamwoord
  3. Loch (Nest; Dorf; Ort; Platz)
    liten by
  4. Loch (Leck; Undichtigkeit; Punktion; Öffnung; undichte Stelle)
    hål; läcka; läckage
    • hål [-ett] zelfstandig naamwoord
    • läcka [-en] zelfstandig naamwoord
    • läckage [-ett] zelfstandig naamwoord
  5. Loch (Türöffnung; Öffnung; Höhle; Grube; Höhlung)
    dörröppning
  6. Loch (Verschlag; Box; Gehäuse; )
    kartong; låda; förvaringslåda

Vertaal Matrix voor Loch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brytning Aufmachung; Bresche; Einschlag; Einschläge; Loch; Öffnung Brüstung; Geländer; Lichtbrechung; Strahlenbrechung
bräcka Aufmachung; Bresche; Einschlag; Einschläge; Loch; Öffnung Ermangelung; Hinfälligkeit; Kränklichkeit; Mangel; Manko; Schwachheit; Schwäche
bräsch Aufmachung; Bresche; Einschlag; Einschläge; Loch; Öffnung
dörröppning Grube; Höhle; Höhlung; Loch; Türöffnung; Öffnung
förvaringslåda Abteil; Box; Büchse; Dose; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Kapsel; Karton; Kasten; Kittchen; Klo; Loch; Schachtel; Schuppen; Verschlag
hål Leck; Loch; Punktion; Undichtigkeit; undichte Stelle; Öffnung Bergwerk; Delle; Einschnitt; Eisenbahnabteil; Grube; Kerbe; Lochung; Riß; Spalte; Steinbruch; Vertiefung
kartong Abteil; Box; Büchse; Dose; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Kapsel; Karton; Kasten; Kittchen; Klo; Loch; Schachtel; Schuppen; Verschlag Karton; Pappdeckel; Pappe; Pappkarton; Pappschachtel
lekkage Leck; Loch; undichte Stelle
liten by Dorf; Loch; Nest; Ort; Platz
lucka Aufmachung; Bresche; Einschlag; Einschläge; Loch; Öffnung Hiatus; Leere; Lücke; Mangel; Manko; Untertür
läcka Leck; Loch; Punktion; Undichtigkeit; undichte Stelle; Öffnung Leck; Leckage; undichte Stelle
läckage Leck; Loch; Punktion; Undichtigkeit; undichte Stelle; Öffnung Leck; Leckage; undichte Stelle
låda Abteil; Box; Büchse; Dose; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Kapsel; Karton; Kasten; Kittchen; Klo; Loch; Schachtel; Schuppen; Verschlag Aufbewahungskarton; Behälter; Büchse; Dose; Gefäß; Karton; Kiste; Konserve; Lade; Schachtel; Schubfach; Schublade; Tresor; Verpackung; Vorratsdose
rämna Aufmachung; Bresche; Einschlag; Einschläge; Loch; Öffnung Schlitz; Schnitt; Spalt
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bräcka rütteln; winden; wricken; wriggen; wringen
läcka abtropfen; auslecken; lecken; leerlaufen; sickern
rämna aufbrechen; aufbringen; aufreißen; aufsperren
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
låda Kiste

Synoniemen voor "Loch":

  • Defektelektron; Elektronenfehlstelle

Wiktionary: Loch

Loch
noun
  1. (umgangssprachlich), abwertend: für After, Mund oder auch Vagina
  2. im Boden, in Bäumen oder Ähnlichem befindlicher Hohlraum oder Senke
  3. (umgangssprachlich): Justizvollzugsanstalt, Gefängnis
  4. abwertend: kleiner, dunkel Wohnraum oder Wohnung
  5. Stelle in einer homogenen Masse, an der Substanz fehlt
Cross Translation:
FromToVia
• Loch → hål ↔ hole — hollow in some surface
• Loch → hål ↔ hole — opening in a solid
• Loch → grop ↔ pit — hole in the ground
• Loch → gryt; kula ↔ tanière — Habitat souterrain de bêtes sauvages







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0405 seconde
Page rendered in 1.0 seconds