Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Minister

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Minister

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Minister:
- minister
Wiktionary:
- Minister → minister
- Minister → minister, departementschef

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

minister:
- Minister
Wiktionary:
- minister → Ministerin, Minister
- minister → Ministerin, Minister

Duits

Uitgebreide vertaling voor Minister (Duits) in het Zweeds

Minister:

Minister [der ~] zelfstandig naamwoord

der Minister
minister
- minister [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Minister:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
minister	Minister

Synoniemen voor "Minister":

Ressortchef; Politiker; Volksvertreter

Wiktionary: Minister

Minister

noun

Leiter eines Ministeriums
- Minister → minister

Cross Translation:

From	To	Via
• Minister	→ minister	↔ minister — politician who heads a ministry
• Minister	→ minister	↔ minister — een persoon die deelneemt aan de regering van een land
• Minister	→ departementschef; minister	↔ ministre — Membre d’un gouvernement

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Minister (Zweeds) in het Duits

minister:

minister [-en] zelfstandig naamwoord

minister
der Minister
- Minister [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor minister:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Minister	minister

Wiktionary: minister

minister

noun

Politik: Leiterin eines Ministeriums
- Ministerin → minister
Leiter eines Ministeriums
- Minister → minister

Cross Translation:

From	To	Via
• minister	→ Ministerin; Minister	↔ minister — politician who heads a ministry
• minister	→ Minister	↔ minister — een persoon die deelneemt aan de regering van een land
• minister	→ Minister	↔ ministre — Membre d’un gouvernement