Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. mittel:
  2. Mittel:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Mittel (Duits) in het Zweeds

mittel:

mittel bijvoeglijk naamwoord

  1. mittel
    mellan; medel; medium
    • mellan bijvoeglijk naamwoord
    • medel bijvoeglijk naamwoord
    • medium bijvoeglijk naamwoord

mittel

  1. mittel

Vertaal Matrix voor mittel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
medel Durchmesser; Durchschnitten; Hilfsquelle; Leitsprüche; Mottos; Schnitten; Wahlsprüche
medium Medium; Paragnost; Vermittlung
mellan Innenseite; Innere; Mitte; Mittelpunkt; Mittelste; Zentrum
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
medel mittel
medium mittel
mellan mittel zwischen
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
medelvärde mittel

Wiktionary: mittel

mittel
adjective
  1. selten im Neuhochdeutschen: in der Mitte befindlichLit-Pfeifer: Etymologisches Wörterbuch|A=8, Seite 879, Artikel „mittel“

Mittel:

Mittel

  1. Mittel

Vertaal Matrix voor Mittel:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Medelstor Mittel

Synoniemen voor "Mittel":


Wiktionary: Mittel

Mittel
noun
  1. Kurzform von: Ergebnis der Mittelung
  2. Methode oder Werkzeug
  3. nur Plural: speziell finanzielle Mittel[1]

Cross Translation:
FromToVia
Mittel genomsnitt; medelvärde mean — intermediate value
Mittel varmed wherewithal — the ability and means to accomplish some task
Mittel instrument; tyg; verktyg instrumentobjet construire permettant d'exécuter une action.
Mittel instrument; tyg; verktyg outilinstrument dont les artisans, les jardiniers, etc., se servir pour leur travail.
Mittel alster; verk; produkt; avkastning; vinst; vara produitrésultat créatif de l’activité humaine.
Mittel instrument; tyg; verktyg ustensile — Objet pour les arts (2)

Verwante vertalingen van Mittel