Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Multiplikation:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. multiplikation:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Multiplikation (Duits) in het Zweeds

Multiplikation:

Multiplikation [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Multiplikation (Vervielfachung; Vermehrung)
    multiplikation
  2. die Multiplikation (Verdoppelung; Vervielfachung; Vermehrung; Vervielfältigung)
    dubblering; duplicering

Vertaal Matrix voor Multiplikation:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dubblering Multiplikation; Verdoppelung; Vermehrung; Vervielfachung; Vervielfältigung
duplicering Multiplikation; Verdoppelung; Vermehrung; Vervielfachung; Vervielfältigung
multiplikation Multiplikation; Vermehrung; Vervielfachung

Wiktionary: Multiplikation

Multiplikation
noun
  1. großer Zuwachs einer Sache
  2. Vorgang oder Verfahren des multiplizieren, malnehmen, vervielfachen

Cross Translation:
FromToVia
Multiplikation multiplikation multiplication — process
Multiplikation multiplikation vermenigvuldiging — .een vermeerdering tot een veelvoud van het oorspronkelijke aantal
Multiplikation multiplikation multiplicationaugmentation en nombre.



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Multiplikation (Zweeds) in het Duits

multiplikation:

multiplikation [-en] zelfstandig naamwoord

  1. multiplikation
    die Vervielfachung; die Vermehrung; die Multiplikation

Vertaal Matrix voor multiplikation:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Multiplikation multiplikation dubblering; duplicering
Vermehrung multiplikation dubblering; duplicering; tillsats
Vervielfachung multiplikation dubblering; duplicering

Wiktionary: multiplikation

multiplikation
Cross Translation:
FromToVia
multiplikation Multiplikation multiplication — process
multiplikation Multiplikation vermenigvuldiging — .een vermeerdering tot een veelvoud van het oorspronkelijke aantal
multiplikation Multiplikation multiplicationaugmentation en nombre.