Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Ortgang

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Ortgang

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Ortgang:
- Wiktionary:
  Ortgang → gavel, ort, ortgavel, vindskiva

Duits

Uitgebreide vertaling voor Ortgang (Duits) in het Zweeds

Ortgang: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

Ort: plats; ort; by; liten stad; liten ort; landskap; län; region; zon; distrikt; provins; liten by; läge; orientering; belägenhet
Gang: korridor; växel; kugghjul; drev; mekanism; utväxlingsmekanism; gång; passage; gallop; i gallop

Wiktionary: Ortgang

Ortgang

noun

Bergbau: Gesteinswand am Ende eines Stollens, wo der Abbau fortgesetzt wird.
- Ortgang → gavel; ort; ortgavel
Bauwesen: seitliche Kante am geneigten Dach (Satteldach oder Pultdach), die den Giebel eines Gebäudes nach oben begrenzt
- Ortgang → vindskiva

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Ortgang (Zweeds) in het Duits

Ortgang: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

ort: Stelle; Ort; Platz; Standort
gäng: Bande; Meute; Gruppe; Partei; Team; Menge; Haufen; Schar; Truppe; Horde
gång: Gang; Gasse; Durchgang; Gänge; Korridor; Passage; Lauffläche; Gangbord