Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Passwort

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Passwort

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Passwort:
- Wiktionary:
  Passwort → lösenord
  Passwort → lösen, lösenord
- Synoniemen voor "Passwort":
  Codewort; Geheimcode; Kennwort; Losung; Losungswort; Parole; passwd; Zugangswort

Duits

Uitgebreide vertaling voor Passwort (Duits) in het Zweeds

Passwort: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

Paß: bankkort; kontantuttagskort; bergstig; pass; fribiljett; passersedel; identifikationskort
Wort: tal; word

Spelling Suggesties voor: Passwort

Pastorat; Hauswart; Hauswirt; Pastor; passiert; Passant; Passat; passierst; paßest; paßtest

Passwort:

Synoniemen voor "Passwort":

Codewort; Geheimcode; Kennwort; Losung; Losungswort; Parole; passwd; Zugangswort

Wiktionary: Passwort

Passwort

noun

Mittel zur Authentifizierung eines Benutzer
- Passwort → lösenord

Cross Translation:

From	To	Via
• Passwort	→ lösen; lösenord	↔ password — secret word used to gain admittance
• Passwort	→ lösenord	↔ password — computing: string of characters known only to a user

Computer vertaling door derden:

Zweeds

Suggesties voor Passwort in het Zweeds

Spelling Suggesties voor: Passwort

passivt; passerat; passat; passandet; påkört; på stört

Computer vertaling door derden: