Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Pinsel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Pinsel (Duits) in het Zweeds

Pinsel:

Pinsel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Pinsel
    pensel
    • pensel [-en] zelfstandig naamwoord
  2. der Pinsel (Anstreichpinsel; Malerpinsel)
    målarpensel
  3. der Pinsel (Narr am Hoff; Hanswurst; Tor; )
    hovnarr

Pinsel [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Pinsel
    penslar

Vertaal Matrix voor Pinsel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hovnarr Alberne; Ast; Geck; Hanswurst; Irrsinnige; Klunker; Knorren; Lackaffe; Narr am Hoff; Pinsel; Quast; Stutzer; Tor; Verrückte
målarpensel Anstreichpinsel; Malerpinsel; Pinsel Malerpinsel
pensel Pinsel
penslar Pinsel

Wiktionary: Pinsel

Pinsel
noun
  1. Gegenstand zum dosierten Auftragen von zum Beispiel Flüssigkeiten

Cross Translation:
FromToVia
Pinsel borste; pensel brush — implement

Verwante vertalingen van Pinsel