Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Rätsel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Rätsel (Duits) in het Zweeds

Rätsel:

Rätsel [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Rätsel (Denksportaufgabe; Problem; Schwierige Rätsel)
    tankeställare; lösa korsord; hjärnretare
  2. Rätsel
    gåta
    • gåta [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Rätsel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gåta Rätsel
hjärnretare Denksportaufgabe; Problem; Rätsel; Schwierige Rätsel
lösa korsord Denksportaufgabe; Problem; Rätsel; Schwierige Rätsel
tankeställare Denksportaufgabe; Problem; Rätsel; Schwierige Rätsel Gedankenkreis
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lösa korsord brüten; grübeln; hin und her überlegen; nachdenken
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tankeställare im Gedachten

Synoniemen voor "Rätsel":


Wiktionary: Rätsel

Rätsel
noun
  1. ungelöste Fragestellung, ein Mysterium
  2. Aufgabe, in Form einer Frage oder auch in graphischer Form, die durch Raten und Nachdenken zu lösen ist

Cross Translation:
FromToVia
Rätsel enigma enigma — something puzzling, mysterious or inexplicable
Rätsel mysterium mystery — something secret or unexplainable
Rätsel huvudbry puzzle — anything difficult to understand or make sense of
Rätsel gåta puzzle — riddle
Rätsel gåta riddle — puzzle
Rätsel gåta raadsel — iets waarnaar men moet raden
Rätsel gåta puzzle — jeux|nocat=1 Jeu de patience composé de petites pièces à contours irréguliers que l’on doit assembler pour reconstituer une image.
Rätsel gåta énigme — Jeu d’esprit

Verwante vertalingen van Rätsel