Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Spielkarte:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Spielkarte (Duits) in het Zweeds

Spielkarte:

Spielkarte [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Spielkarte (Karte; Landkarte)
    kort; spelkort
    • kort [-ett] zelfstandig naamwoord
    • spelkort [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Spielkarte:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kort Karte; Landkarte; Spielkarte Adapter; Adapterkarte; Aufnahme; Bild; Foto; Infokarte; Karte; Karten; Photo; Photographie
spelkort Karte; Landkarte; Spielkarte

Wiktionary: Spielkarte

Spielkarte
noun
  1. eine Karte, die in einem Spiel eine bestimmte Information und/oder Bedeutung trägt

Cross Translation:
FromToVia
Spielkarte spelkort playing card — one of usually 52 rectangular pieces of card
Spielkarte spelkort carte à jouerfiche cartonnée décoré de motifs utiliser dans les jeu de cartes. Un paquet comporte 13 cartes pour chacune des quatre enseignes : pique (), cœur (), carreau () et trèfle (), et optionnellement un ou deux jokers.

Computer vertaling door derden: