Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Tumor

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Tumor

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Tumor:
- tumör
Wiktionary:
- Tumor → tumör

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

tumör:
- Tumor; Knoten; Geschwulst
Wiktionary:
- tumör → Geschwulst
- tumör → Geschwulst, Tumor

Duits

Uitgebreide vertaling voor Tumor (Duits) in het Zweeds

Tumor:

Tumor [der ~] zelfstandig naamwoord

der Tumor (Knoten; Geschwulst)
tumör
- tumör [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Tumor:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
tumör	Geschwulst; Knoten; Tumor

Synoniemen voor "Tumor":

Auswuchs; Geschwulst; Neoplasie; Raumforderung; Schwellung; Wucherung; Erkrankung; Krankheit; Leiden

Wiktionary: Tumor

Cross Translation:

From	To	Via
• Tumor	→ tumör	↔ tumor — een gezwel
• Tumor	→ tumör	↔ tumor — oncology, pathology: an abnormal growth

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Tumor (Zweeds) in het Duits

tumör:

tumör [-en] zelfstandig naamwoord

tumör
der Tumor; der Knoten; die Geschwulst
- Tumor [der ~] zelfstandig naamwoord
- Knoten [der ~] zelfstandig naamwoord
- Geschwulst [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tumör:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Geschwulst	tumör	cysta; svullnad
Knoten	tumör	hårknut; knut; nod
Tumor	tumör

Wiktionary: tumör

tumör

noun

Medizin: Schwellung des Gewebes
- Geschwulst → tumör; svulst

Cross Translation:

From	To	Via
• tumör	→ Geschwulst; Tumor	↔ tumor — een gezwel
• tumör	→ Tumor	↔ tumor — oncology, pathology: an abnormal growth

Verwante vertalingen van Tumor

skrofulös tumör