Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Tunnel:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. tunnel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Tunnel (Duits) in het Zweeds

Tunnel:

Tunnel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Tunnel (Unterführung; Fußgängertunnel)
    tunnel; tunnel för fotgängare
  2. der Tunnel
    tunnel
    • tunnel [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Tunnel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tunnel Fußgängertunnel; Tunnel; Unterführung Tunnelbau
tunnel för fotgängare Fußgängertunnel; Tunnel; Unterführung

Synoniemen voor "Tunnel":


Wiktionary: Tunnel


Cross Translation:
FromToVia
Tunnel tunnel tunnel — an underground or underwater passage



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Tunnel (Zweeds) in het Duits

tunnel:

tunnel [-en] zelfstandig naamwoord

  1. tunnel (tunnel för fotgängare)
    der Tunnel; die Unterführung; der Fußgängertunnel
  2. tunnel
  3. tunnel
    der Tunnel
    • Tunnel [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tunnel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fußgängertunnel tunnel; tunnel för fotgängare
Tunnel tunnel; tunnel för fotgängare
Unterführung tunnel; tunnel för fotgängare
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
Tunnelbau tunnel

Wiktionary: tunnel

tunnel
noun
  1. im Fußball das Ausspielen eines Gegners durch einen Schuss zwischen dessen Beinen hindurch, oft mit anschließendem Umlaufen, „tunneln

Cross Translation:
FromToVia
tunnel Tunnel; Stollen tunnel — an underground or underwater passage

Verwante vertalingen van Tunnel