Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Vornehmheit:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Vornehmheit (Duits) in het Zweeds

Vornehmheit:

Vornehmheit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Vornehmheit (Würde)
    skillnad; kännetecken; särdrag; distingeradhet
  2. die Vornehmheit (Feierlichkeit; Würde; Förmlichkeit; Herrlichkeit; Stattlichkeit)
    ståtlighet

Vertaal Matrix voor Vornehmheit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
distingeradhet Vornehmheit; Würde
kännetecken Vornehmheit; Würde Gütesiegel; Marke; Siegel
skillnad Vornehmheit; Würde Abweichung; Differenz; Differenzen; Unterschied; Unterschiede
ståtlighet Feierlichkeit; Förmlichkeit; Herrlichkeit; Stattlichkeit; Vornehmheit; Würde
särdrag Vornehmheit; Würde Charaktereigenschaft; Charakteristik; Eigenschaft