Duits

Uitgebreide vertaling voor Zeitspanne (Duits) in het Zweeds

Zeitspanne:

Zeitspanne [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Zeitspanne (Dauer; Länge)
    tidsspann; längd; varaktighet; duration
  2. die Zeitspanne (Periode; Termin; Zeitraum; )
    period; tidsrymd
  3. die Zeitspanne (Zeitraum)
    tid; period; tidsrymd; tidspann
    • tid [-en] zelfstandig naamwoord
    • period [-en] zelfstandig naamwoord
    • tidsrymd zelfstandig naamwoord
    • tidspann zelfstandig naamwoord
  4. die Zeitspanne (Einsendeschluß; Frist; Termin; )
  5. die Zeitspanne (Zeitraum; Periode; Abschnitt; Spanne; Zeitabschnitt)
    tid; period; tidsrymd; tidsspann
    • tid [-en] zelfstandig naamwoord
    • period [-en] zelfstandig naamwoord
    • tidsrymd zelfstandig naamwoord
    • tidsspann [-ett] zelfstandig naamwoord
  6. die Zeitspanne
    kort stund

Vertaal Matrix voor Zeitspanne:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
duration Dauer; Länge; Zeitspanne Länge; lange Dauer
kort stund Zeitspanne
längd Dauer; Länge; Zeitspanne Anhöhe; Ausmaß; Fortdauern; Größe; Höhe; Körperlänge; Länge; lange Dauer
period Abschnitt; Periode; Spanne; Termin; Zeitabschnitt; Zeitraum; Zeitspanne; Zwischenzeit Epoche; Frist; Periode; Zeitabschnitt; Zeitalter; Zeitraum
sista dagen för inlämning Einsendeschluß; Frist; Phase; Spielzeit; Termin; Zeitabschnitt; Zeitbestimmung; Zeitlimit; Zeitraum; Zeitspanne
sista dagen för underskrift Einsendeschluß; Frist; Phase; Spielzeit; Termin; Zeitabschnitt; Zeitbestimmung; Zeitlimit; Zeitraum; Zeitspanne
tid Abschnitt; Periode; Spanne; Zeitabschnitt; Zeitraum; Zeitspanne Dauer; Mal
tidsgräns Einsendeschluß; Frist; Phase; Spielzeit; Termin; Zeitabschnitt; Zeitbestimmung; Zeitlimit; Zeitraum; Zeitspanne Frist; Planungszeitraum; Stichtag; Termin; Timeout; Zeitlimit
tidspann Zeitraum; Zeitspanne
tidsrymd Abschnitt; Periode; Spanne; Termin; Zeitabschnitt; Zeitraum; Zeitspanne; Zwischenzeit
tidsspann Abschnitt; Dauer; Länge; Periode; Spanne; Zeitabschnitt; Zeitraum; Zeitspanne
varaktighet Dauer; Länge; Zeitspanne Beständigkeit; Dauer; Fortdauern; Länge; Solidität; Stetigkeit; Tüchtigkeit; lange Dauer

Synoniemen voor "Zeitspanne":


Wiktionary: Zeitspanne


Cross Translation:
FromToVia
Zeitspanne stund; tag while — uncertain duration of time, a period of time
Zeitspanne fönster window — period of time

Verwante vertalingen van Zeitspanne