Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Zucker:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Zucker (Duits) in het Zweeds

Zucker:

Zucker [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Zucker
    socker
    • socker [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Zucker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
socker Zucker

Synoniemen voor "Zucker":


Wiktionary: Zucker

Zucker
noun
  1. ein aus Pflanzen gewonnenes, süß schmeckendes Nahrungsmittel

Cross Translation:
FromToVia
Zucker socker suiker — zoetstof
Zucker socker sugar — sucrose from sugar cane or sugar beet and used to sweeten food and drink
Zucker socker sugar — any of a series of carbohydrates used by organisms to store energy
Zucker socker sugar — generic term for sucrose, glucose, fructose, etc
Zucker socker sucre — Substance alimentaire

Computer vertaling door derden: