Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: ahnen

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: ahnen

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

ahnen:
- Wiktionary:
  ahnen → ana, gissa
  Ahnen → släkting
- Synoniemen voor "ahnen":
  ausgehen; annehmen; erahnen; erwarten; glauben; meinen; mutmaßen; orakeln; schwanen; schätzen; spekulieren; vermuten; vorausahnen; voraussehen; vorstellen; wittern
- Synoniemen voor "Ahnen":
  Altvorderen; Vorfahren; Väter

Duits

Uitgebreide vertaling voor ahnen (Duits) in het Zweeds

ahnen:

Synoniemen voor "ahnen":

ausgehen; annehmen; erahnen; erwarten; glauben; meinen; mutmaßen; orakeln; schwanen; schätzen; spekulieren; vermuten; vorausahnen; voraussehen; vorstellen; wittern

Wiktionary: ahnen

ahnen

etwas vermuten, vorhersehen
- ahnen → ana
eine Befürchtung haben
- ahnen → ana

Cross Translation:

From	To	Via
• ahnen	→ gissa	↔ deviner — prédire ce qui doit arriver, découvrir, par des sortilèges, ce qui cacher.

Ahnen:

Synoniemen voor "Ahnen":

Altvorderen; Vorfahren; Väter

Wiktionary: Ahnen

Cross Translation:

From	To	Via
• Ahnen	→ släkting	↔ parent — Ceux de qui on descend