Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. anhaftend:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor anhaftend (Duits) in het Zweeds

anhaftend:

anhaftend bijvoeglijk naamwoord

  1. anhaftend (angeboren)
    inneboende

Vertaal Matrix voor anhaftend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inneboende Kostgänger; Mitbewohner; Pensionsgast; Zimmerbewohner
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inneboende angeboren; anhaftend innerlich

Synoniemen voor "anhaftend":

  • einer Sache innewohnend; inhärent; intrinsisch; von innen kommend

Wiktionary: anhaftend


Cross Translation:
FromToVia
anhaftend klibbig adhésif — Qui adhérer.