Einbringen: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

einbringen:
- inbringa; lägga fram; avkasta; hämta in; lägga i; ta med; bringa; introducera; presentera; frambringa; uppväga; kompensera för; ha inflytande; medverka; bidraga; föreslå; nominera; distribuera; dela ut; bekomma
Einbringen:
- inbringad
Wiktionary:
- einbringen → inbringa, tillföra, framlägga, engagera sig, ta in
- einbringen → inlägga, ådagalägga

Duits

Uitgebreide vertaling voor einbringen (Duits) in het Zweeds

einbringen:

einbringen werkwoord (bringe ein, bringst ein, bringt ein, bracht ein, brachtet ein, eingebracht)

einbringen (gewinnen; ergeben; eintragen; abwerfen)
inbringa; lägga fram; avkasta; hämta in
- inbringa werkwoord (inbringar, inbringade, inbringat)
- lägga fram werkwoord (lägger fram, lade fram, lagt fram)
- avkasta werkwoord (avkastar, avkastade, avkastat)
- hämta in werkwoord (hämtar in, hämtade in, hämtat in)
einbringen (hineintun)
lägga i
- lägga i werkwoord (lägger i, lade i, lagt i)
einbringen (mitbringen; bringen; mitnehmen; herbeibringen)
ta med; bringa
- ta med werkwoord (tar med, tog med, tagit med)
- bringa werkwoord (bringar, bringade, bringat)
einbringen (anführen; vorbringen)
introducera; presentera; frambringa
- introducera werkwoord (introducerar, introducerade, introducerat)
- presentera werkwoord (presenterar, presenterade, presenterat)
- frambringa werkwoord (frambringar, frambringade, frambringat)
einbringen (kompensieren; ersetzen; vergüten; erstatten; ausgleichen; wiedergutmachen; gutmachen; entgelten; sühnen; belohnen; honorieren; abbüßen)
uppväga; kompensera för
- uppväga werkwoord (uppvägar, uppvägade, uppvägat)
- kompensera för werkwoord (kompenserar för, kompenserade för, kompenserat för)
einbringen (einführen; vorbringen; entgegnen; einfädeln; introduzieren; entgegenhalten)
ha inflytande
- ha inflytande werkwoord (har inflytande, hade inflytande, haft inflytande)
einbringen (beitragen)
medverka; bidraga
- medverka werkwoord (medverkar, medverkade, medverkat)
- bidraga werkwoord (bidrar, bidrog, bidragit)
einbringen (vorschlagen; vorbringen; entgegnen; entgegenhalten; entgegenbringen)
föreslå; introducera; nominera
- föreslå werkwoord (föreslår, föreslog, föreslagit)
- introducera werkwoord (introducerar, introducerade, introducerat)
- nominera werkwoord (nominerar, nominerade, nominerat)
einbringen (distribuieren; verteilen; überreichen; vermitteln; ausgeben; aushändigen; holen; ausstellen; verabreichen; austeilen; besorgen; verschaffen; ausschütten; schaffen; geben; liefern; gewähren; bereitstellen; herbeibringen; herbeischaffen)
distribuera; dela ut
- distribuera werkwoord (distribuerar, distribuerade, distribuerat)
- dela ut werkwoord (delar ut, delade ut, delat ut)
einbringen (einholen; einziehen)
bekomma
- bekomma werkwoord (bekommer, bekom, bekommit)

Conjugations for einbringen:

Präsens

bringe ein
bringst ein
bringt ein
bringen ein
bringt ein
bringen ein

Imperfekt

bracht ein
brachtest ein
bracht ein
brachten ein
brachtet ein
brachten ein

Perfekt

habe eingebracht
hast eingebracht
hat eingebracht
haben eingebracht
habt eingebracht
haben eingebracht

1. Konjunktiv [1]

bringe ein
bringest ein
bringe ein
bringen ein
bringet ein
bringen ein

2. Konjunktiv

brächte ein
brächtest ein
brächte ein
brächten ein
brächtet ein
brächten ein

Futur 1

werde einbringen
wirst einbringen
wird einbringen
werden einbringen
werdet einbringen
werden einbringen

1. Konjunktiv [2]

würde einbringen
würdest einbringen
würde einbringen
würden einbringen
würdet einbringen
würden einbringen

Diverses

bring ein!
bringt ein!
bringen Sie ein!
eingebracht
einbringend

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor einbringen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ta med		Mitnehmen; Vorbeibringen
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avkasta	abwerfen; einbringen; eintragen; ergeben; gewinnen
bekomma	einbringen; einholen; einziehen
bidraga	beitragen; einbringen	anfügen; beifügen; beigeben; beilegen; beimischen; beisetzen; hineintun; hinzufügen; hinzulegen; hinzumengen; hinzumischen; zufügen; zugeben; zulegen
bringa	bringen; einbringen; herbeibringen; mitbringen; mitnehmen
dela ut	ausgeben; aushändigen; ausschütten; ausstellen; austeilen; bereitstellen; besorgen; distribuieren; einbringen; geben; gewähren; herbeibringen; herbeischaffen; holen; liefern; schaffen; verabreichen; vermitteln; verschaffen; verteilen; überreichen	austragen; besorgen; distribuieren; einflößen; eingeben; hergeben; herreichen; herumreichen; ins Haus liefern; liefern; reichen; senden; teilen; verbreiten; verordnen; verteilen; zustellen; zuteilen
distribuera	ausgeben; aushändigen; ausschütten; ausstellen; austeilen; bereitstellen; besorgen; distribuieren; einbringen; geben; gewähren; herbeibringen; herbeischaffen; holen; liefern; schaffen; verabreichen; vermitteln; verschaffen; verteilen; überreichen	verteilen
frambringa	anführen; einbringen; vorbringen	ausrichten; ausüben; betreiben; erfüllen; erledigen; erreichen; fortpflanzen; handeln; hervor holen; hervor ziehen; hervorbringen; leisten; nach vorne bringen; schaffen; schütten; treiben; tun; verrichten; vollziehen; vorbringen; vornehmen; vorzeigen; ziehen; züchten
föreslå	einbringen; entgegenbringen; entgegenhalten; entgegnen; vorbringen; vorschlagen	anregen; aufwerfen; ausmachen; bedeuten; bestimmen; darstellen; einen Vorschlag machen; empfehlen; ermessen; konsultieren; raten; schätzen; suggerieren; taxieren; unterbreiten; veranschlagen; vorlegen; vorschlagen; vorsetzen; vorweisen; zur Rede bringen; zuraten; überschlagen
ha inflytande	einbringen; einfädeln; einführen; entgegenhalten; entgegnen; introduzieren; vorbringen
hämta in	abwerfen; einbringen; eintragen; ergeben; gewinnen
inbringa	abwerfen; einbringen; eintragen; ergeben; gewinnen	einholen; erzielen; gewinnen; herbeirufen; herbeiziehen; herüberholen; mit einbeziehen
introducera	anführen; einbringen; entgegenbringen; entgegenhalten; entgegnen; vorbringen; vorschlagen	einarbeiten; einfuhren; einführen; einleiten; einweisen; hereinführen; hinführen; vorstellen
kompensera för	abbüßen; ausgleichen; belohnen; einbringen; entgelten; ersetzen; erstatten; gutmachen; honorieren; kompensieren; sühnen; vergüten; wiedergutmachen
lägga fram	abwerfen; einbringen; eintragen; ergeben; gewinnen	auslegen; bereitlegen; bereitstellen; zurechtlegen
lägga i	einbringen; hineintun
medverka	beitragen; einbringen	mitmachen; mitspielen; mittun; sich beteiligen; teilhaben an; teilnehmen
nominera	einbringen; entgegenbringen; entgegenhalten; entgegnen; vorbringen; vorschlagen
presentera	anführen; einbringen; vorbringen	aufweisen; belegen; beweisen; darbieten; einführen; einleiten; erweisen; hereinführen; hinführen; nachweisen; präsentieren; sehen lassen; vorstellen; vorweisen; vorzeigen; zeigen
ta med	bringen; einbringen; herbeibringen; mitbringen; mitnehmen
uppväga	abbüßen; ausgleichen; belohnen; einbringen; entgelten; ersetzen; erstatten; gutmachen; honorieren; kompensieren; sühnen; vergüten; wiedergutmachen	abwegen; auswegen
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bekomma		ordentlich; schicklich

Synoniemen voor "einbringen":

bringen; einfahren; erwirtschaften
abfallen; abwerfen; erbringen; hereinholen
beteiligen; erhalten; etwas abbekommen; partizipieren; teilhaben; teilnehmen; zuteil werden
erwerben; verdienen

Wiktionary: einbringen

einbringen

verb

-
- einbringen → inbringa; tillföra; framlägga; engagera sig; ta in

Cross Translation:

From	To	Via
• einbringen	→ inlägga; ådagalägga	↔ mettre — Employer ses qualités et ses dispositions morales, les manifester dans ses actions, dans ses discours, dans ses ouvrages.

Einbringen:

Einbringen [das ~] zelfstandig naamwoord

Einbringen (Hineinbringen)
inbringad
- inbringad zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Einbringen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
inbringad	Einbringen; Hineinbringen

Verwante vertalingen van einbringen

Geld einbringen

Remove Ads

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: einbringen

Uitgebreide vertaling voor einbringen (Duits) in het Zweeds

einbringen:

einbringen werkwoord (bringe ein, bringst ein, bringt ein, bracht ein, brachtet ein, eingebracht)

einbringen (gewinnen; ergeben; eintragen; abwerfen)

einbringen (hineintun)

einbringen (mitbringen; bringen; mitnehmen; herbeibringen)

einbringen (anführen; vorbringen)

einbringen (kompensieren; ersetzen; vergüten; erstatten; ausgleichen; wiedergutmachen; gutmachen; entgelten; sühnen; belohnen; honorieren; abbüßen)

einbringen (einführen; vorbringen; entgegnen; einfädeln; introduzieren; entgegenhalten)

einbringen (beitragen)

einbringen (vorschlagen; vorbringen; entgegnen; entgegenhalten; entgegenbringen)

einbringen (distribuieren; verteilen; überreichen; vermitteln; ausgeben; aushändigen; holen; ausstellen; verabreichen; austeilen; besorgen; verschaffen; ausschütten; schaffen; geben; liefern; gewähren; bereitstellen; herbeibringen; herbeischaffen)

einbringen (einholen; einziehen)

Conjugations for einbringen:

Präsens

Imperfekt

Perfekt

1. Konjunktiv [1]

2. Konjunktiv

Futur 1

1. Konjunktiv [2]

Diverses

Vertaal Matrix voor einbringen:

Synoniemen voor "einbringen":

Wiktionary: einbringen

Einbringen:

Einbringen [das ~] zelfstandig naamwoord

Einbringen (Hineinbringen)

Vertaal Matrix voor Einbringen:

Verwante vertalingen van einbringen