Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: elf

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: elf

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

elf:
- elva
Elf:
- lag; elva i laget
Wiktionary:
- elf → elva
- Elf → alv
- Elf → alf, älva, alv, tomte, elva

Duits

Uitgebreide vertaling voor elf (Duits) in het Zweeds

elf:

elf bijvoeglijk naamwoord

elf
elva
- elva bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor elf:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
elva	elf

Wiktionary: elf

elf

die Kardinalzahl zwischen zehn und zwölf
- elf → elva
kurz für: „elf Uhr“ oder „dreiundzwanzig Uhr“
- elf → elva
kurz für: „elf Jahre (alt)“
- elf → elva

Cross Translation:

From	To	Via
• elf	→ elva	↔ eleven — the cardinal number occurring after ten and before twelve

Elf:

Elf [die ~] zelfstandig naamwoord

die Elf (Fußballmannschaft; Mannschaft)
lag; elva i laget
- lag [-ett] zelfstandig naamwoord
- elva i laget zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Elf:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
elva i laget	Elf; Fußballmannschaft; Mannschaft
lag	Elf; Fußballmannschaft; Mannschaft	Gesetz; Gruppe; Mannschaft; Partei; Team

Synoniemen voor "Elf":

Fußballmannschaft; Fußballteam; Mannschaft; Team

Wiktionary: Elf

Elf

noun

Fantasy: menschenähnliche Wesen eher guter Gesinnung
- Elf → alv
keltische und germanische Märchen- und Sagengestalt; Naturgeister mit guter oder schlechter Gesinnung
- Elf → alv

Cross Translation:

From	To	Via
• Elf	→ alf; älva; alv	↔ elf — a magical being
• Elf	→ älva; tomte	↔ lutin — fanta\|fr Petit démon ou esprit follet qui vient la nuit tourmenter les vivants.
• Elf	→ elva	↔ onze — Le nombre 11. Un objet numéroté 11.