Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: festigen

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: festigen

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

festigen:
- Wiktionary:
  festigen → befästas, stärkas, stärka, befästa
- Synoniemen voor "festigen":
  festziehen; fixieren; zusammenziehen
  fest machen; stabilisieren
  einpendeln; stabilisieren; verfestigen; ins Lot kommen; konsolidieren

Duits

Uitgebreide vertaling voor festigen (Duits) in het Zweeds

Spelling Suggesties voor: festigen

besteigen; festlegen; befestigen; Befestigen; festliegen; festhaken; fegen; fesslen; festhängen; fesselten

festigen:

Synoniemen voor "festigen":

festziehen; fixieren; zusammenziehen
fest machen; stabilisieren
einpendeln; stabilisieren; verfestigen; ins Lot kommen; konsolidieren

Wiktionary: festigen

festigen

verb

(reflexiv) fester, sicherer werden
- festigen → befästas; stärkas
etwas fester, sicherer machen
- festigen → stärka; befästa

Computer vertaling door derden:

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor festigen (Zweeds) in het Duits

festigen: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

Spelling Suggesties voor: festigen

festival; frysa igen

Computer vertaling door derden: