Overzicht
Duits
Uitgebreide vertaling voor fiktiv (Duits) in het Zweeds
fiktiv:
-
fiktiv (erdichtet; fingiert)
-
fiktiv (erdichtet)
-
fiktiv (imaginär; phantastisch; eingebildet)
påhittat; fiktivt; fantiserat; imaginär; illusorisk; illusoriskt; imaginärt; fantiserad-
påhittat bijvoeglijk naamwoord
-
fiktivt bijvoeglijk naamwoord
-
fantiserat bijvoeglijk naamwoord
-
imaginär bijvoeglijk naamwoord
-
illusorisk bijvoeglijk naamwoord
-
illusoriskt bijvoeglijk naamwoord
-
imaginärt bijvoeglijk naamwoord
-
fantiserad bijvoeglijk naamwoord
-
-
fiktiv (eingebildet)
-
fiktiv (eingebildet; trügerisch; unwirklich; illusorisch)
svekfullt; bedräglig; bedrägligt; svekfull; vilseledandet-
svekfullt bijvoeglijk naamwoord
-
bedräglig bijvoeglijk naamwoord
-
bedrägligt bijvoeglijk naamwoord
-
svekfull bijvoeglijk naamwoord
-
vilseledandet bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor fiktiv:
Synoniemen voor "fiktiv":
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor fiktiv (Zweeds) in het Duits
fiktiv:
-
fiktiv
Vertaal Matrix voor fiktiv:
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| erdichtet | fiktiv | fiktivt; fingerad; påhittat; uppdiktad; uppdiktat; uppfunnen |
| fiktiv | fiktiv | bedräglig; bedrägligt; fantiserad; fantiserat; fiktivt; fingerad; illusorisk; illusoriskt; imaginär; imaginärt; inbillat; påhittat; svekfull; svekfullt; uppdiktad; uppdiktat; vilseledandet |