Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor harmonisch (Duits) in het Zweeds

harmonisch:

harmonisch bijvoeglijk naamwoord

  1. harmonisch (ausgeglichen)
    harmonisk; harmoniskt
  2. harmonisch (melodisch; wohllautend; melodiös; sonor; wohlklingend)
    melodiöst; melodiös
  3. harmonisch (gelassen; ausgeglichen)
    lugn; lugnt; behärskat
  4. harmonisch (im Gleichgewicht sein; ausgeglichen; gelassen)
    jämnt
    • jämnt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor harmonisch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lugn Flaute; Friedfertigkeit; Kalme
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
behärskat ausgeglichen; gelassen; harmonisch beherrschen; beherrscht; dominieren; dominiert
harmonisk ausgeglichen; harmonisch
harmoniskt ausgeglichen; harmonisch
jämnt ausgeglichen; gelassen; harmonisch; im Gleichgewicht sein eben; egal; flach; gleich; platt; quitt sein; reibungslos
lugn ausgeglichen; gelassen; harmonisch eben; egal; flach; gleich; platt
lugnt ausgeglichen; gelassen; harmonisch eben; egal; entgegenkommend; flach; freundlich; freundschaftlich; friedlich; gelassen; gleich; gleichmütig; herzlich; jovial; kalm; kollegial; leise; liebenswürdig; platt; ruhig; sanft; still; sympathisch; unbesorgt; unbewegt; wohlwollend; zugänglich
melodiös harmonisch; melodisch; melodiös; sonor; wohlklingend; wohllautend
melodiöst harmonisch; melodisch; melodiös; sonor; wohlklingend; wohllautend klangvoll; klingend; melodisch; melodiös; wohlklingend; wohllautend

Synoniemen voor "harmonisch":


Verwante vertalingen van harmonisch