Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. hinauf:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor hinauf (Duits) in het Zweeds

hinauf:

hinauf bijvoeglijk naamwoord

  1. hinauf (nach oben; herauf)
    uppåt
    • uppåt bijvoeglijk naamwoord
  2. hinauf (nach oben; empor)
    upp; uppe
    • upp bijvoeglijk naamwoord
    • uppe bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor hinauf:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
upp empor; hinauf; nach oben ansteigend; aufwärts; steigend
uppe empor; hinauf; nach oben
uppåt herauf; hinauf; nach oben

Synoniemen voor "hinauf":


Wiktionary: hinauf

hinauf
  1. nach oben, weg vom Sprecher

Cross Translation:
FromToVia
hinauf uppåt up — toward the top

Verwante vertalingen van hinauf