Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ja:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. ja:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor ja (Duits) in het Zweeds

ja:

ja bijvoeglijk naamwoord

  1. ja
    ja
    • ja bijvoeglijk naamwoord
  2. ja (jawohl)
    verkligen; ja
    • verkligen bijvoeglijk naamwoord
    • ja bijvoeglijk naamwoord
  3. ja (nun)
    jo
    • jo bijvoeglijk naamwoord
  4. ja (gleichwie; wie; als; )
    såsom; som
    • såsom bijvoeglijk naamwoord
    • som bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor ja:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ja Jawort
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
ja visst ja; tatsächlich
som eines; eins; es; etwas; was
såsom das; so etwas; solches
verkligen ja; tatsächlich
visserligen ja; tatsächlich
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ja ja; jawohl
jo ja; nun
som als; da; denn; gemäß; gleichwie; indem; indes; indessen; ja; so; weil; wie; wo; wogegen; während als; damals; gemäß; gleichwie; im übereinstimmung mit; in dem Maße; je nachdem; sowohl als; von da an; wie
såsom als; da; denn; gemäß; gleichwie; indem; indes; indessen; ja; so; weil; wie; wo; wogegen; während derartig; dergleichen; solch
verkligen ja; jawohl allerdings; das stimmt; eigentlich; gewiss; in der Tat; sicher; wahrhaft; wahrhaftig; wirklich; überhaupt

Synoniemen voor "ja":


Wiktionary: ja

ja
  1. Ausruf der Begeisterung über einen Erfolg
  2. unbetont: leitet eine Verstärkung des bereits Gesagten ein
  3. unbetont: bekanntlich (nimmt Bezug auf das Wissen, das der Hörer bereits hat; meist in der gesprochenen Sprache verwendet; betont die Faktizität eines Aufforderungs- oder Aussagesatzes)
    • jaju
  4. betont: dringend
  5. drückt Zustimmung, Einverständnis aus
    • jaja

Cross Translation:
FromToVia
ja ja ja — duidt bevestiging of instemming aan
ja ja yeah — yes
ja ja yes — word used to indicate agreement or acceptance
ja ja yes — expression of pleasure, joy or great excitement

Verwante vertalingen van ja



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor ja (Zweeds) in het Duits

ja:

ja bijvoeglijk naamwoord

  1. ja
    ja
    • ja bijvoeglijk naamwoord
  2. ja (verkligen)
    jawohl; ja
    • jawohl bijvoeglijk naamwoord
    • ja bijvoeglijk naamwoord

ja zelfstandig naamwoord

  1. ja (samtycke)
    Jawort
    • Jawort [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ja:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Jawort ja; samtycke
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
ja ja visst; verkligen; visserligen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ja ja; verkligen jo; som; såsom
jawohl ja; verkligen

Synoniemen voor "ja":


Wiktionary: ja

ja
  1. Antwortpartikel, welche Unentschlossenheit zwischen den Möglichkeiten der Zustimmung und der Ablehnung ausdrückt
  2. Ausruf der Begeisterung über einen Erfolg
  3. unbetont: leitet eine Verstärkung des bereits Gesagten ein
  4. drückt Zustimmung, Einverständnis aus
adverb
  1. drückt unbedingte Zustimmung aus
noun
  1. allgemeine Äußerung der Einwilligung

Cross Translation:
FromToVia
ja ja ja — duidt bevestiging of instemming aan
ja ja; jawohl yeah — yes
ja ja yes — word used to indicate agreement or acceptance
ja ja yes — expression of pleasure, joy or great excitement

Verwante vertalingen van ja