Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: klingen

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: klingen

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. klingen:
  2. Klingen:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor klingen (Duits) in het Zweeds

klingen:

klingen werkwoord (klinge, klingst, klingt, klingte, klingtet, geklingt)

  1. klingen (läuten)
    ge ett ljud
    • ge ett ljud werkwoord (ger ett ljud, gav ett ljud, givit ett ljud)
  2. klingen (klirren; klappern; rasseln; )
    ringa; klinga; skramla; klämta
    • ringa werkwoord (ringar, ringade, ringat)
    • klinga werkwoord (klingar, klingade, klingat)
    • skramla werkwoord (skramlar, skramlade, skramlat)
    • klämta werkwoord (klämtar, klämtade, klämtat)

Conjugations for klingen:

Präsens
  1. klinge
  2. klingst
  3. klingt
  4. klingen
  5. klingt
  6. klingen
Imperfekt
  1. klingte
  2. klingtest
  3. klingte
  4. klingten
  5. klingtet
  6. klingten
Perfekt
  1. habe geklingt
  2. hast geklingt
  3. hat geklingt
  4. haben geklingt
  5. habt geklingt
  6. haben geklingt
1. Konjunktiv [1]
  1. klinge
  2. klingest
  3. klinge
  4. klingen
  5. klinget
  6. klingen
2. Konjunktiv
  1. klingte
  2. klingtest
  3. klingte
  4. klingten
  5. klingtet
  6. klingten
Futur 1
  1. werde klingen
  2. wirst klingen
  3. wird klingen
  4. werden klingen
  5. werdet klingen
  6. werden klingen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde klingen
  2. würdest klingen
  3. würde klingen
  4. würden klingen
  5. würdet klingen
  6. würden klingen
Diverses
  1. kling!
  2. klingt!
  3. klingen Sie!
  5. geklingt
  6. klingend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor klingen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klinga Schaufel
ringa Anrufen
skramla Geklapper; Hirschböcke; Klappe; Klapper; Knarre; Plappertasche; Rassel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ge ett ljud klingen; läuten
klinga hacken; hinken; hüpfen; klappern; klimpern; klingeln; klingen; klirren; rasseln; rattern; rumpeln; rütteln klingeln; schellen
klämta hacken; hinken; hüpfen; klappern; klimpern; klingeln; klingen; klirren; rasseln; rattern; rumpeln; rütteln bimmeln; glockenläuten; klingeln; läuten; schellen
ringa hacken; hinken; hüpfen; klappern; klimpern; klingeln; klingen; klirren; rasseln; rattern; rumpeln; rütteln anrufen; klingeln; läuten; schellen; telefonieren; wählen
skramla hacken; hinken; hüpfen; klappern; klimpern; klingeln; klingen; klirren; rasseln; rattern; rumpeln; rütteln aufwinden; dröhnen; klappern; klöppeln; krachen; lärmen; poltern; stampfen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ringa geringfügig; sehr gering; sehr klein; verschwindend klein; winzig; winzig klein

Synoniemen voor "klingen":


Wiktionary: klingen

klingen
  1. von Worten und Sätzen: beim Zuhörer oder Leser bestimmte Gedanken auslösen
  2. von Worten und Sätzen: eine bestimmte stilistische Qualität (Klang) haben
  3. eine bestimmte akustische Qualität (Klang) haben
  4. einen glockenartigen Ton von sich geben
Cross Translation:
FromToVia
• klingen → låta ↔ ring — of something spoken or written, to appear to be, to seem, to sound
• klingen → ljuda; låta ↔ sound — to produce a sound
• klingen → ljuda; låta; tona ↔ sonner — rendre un son.

Klingen:

Klingen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Klingen
    skål
    • skål [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Klingen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skål Klingen Bassin; Becher; Becken; Bowle; Gefäß; Kaserole; Pokal; Schale; Schüssel; Stollen; Wanne

Verwante vertalingen van klingen



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor klingen (Zweeds) in het Duits







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0311 seconde
Page rendered in 1.0 seconds