Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. mündlich:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor mündlich (Duits) in het Zweeds

mündlich:

mündlich bijvoeglijk naamwoord

  1. mündlich (verbal)
    muntlig; muntligt
  2. mündlich (oral)
    oralt; muntlig; muntligt

Vertaal Matrix voor mündlich:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
muntlig mündlich; oral; verbal verbal; zeitwörtlich
muntligt mündlich; oral; verbal verbal; zeitwörtlich
oralt mündlich; oral

Synoniemen voor "mündlich":

  • den Mund betreffend; Mund...; mundwärts; oral
  • durch Worte mitgeteilt; verbal

Wiktionary: mündlich

mündlich
adjective
  1. in gesprochener Form