Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: necken

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: necken

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

necken:
- Wiktionary:
  necken → reta
  necken → reta
- Synoniemen voor "necken":
  aufziehen; piesacken; plagen; quälen; triezen; vexieren; zu schaffen machen; zusetzen
  sticheln; utzen; ärgern

Duits

Uitgebreide vertaling voor necken (Duits) in het Zweeds

Spelling Suggesties voor: necken

decken; wecken; lecken; recken; Lecken; neigen; nehmen; neppen; Nocken; neben

necken:

Synoniemen voor "necken":

aufziehen; piesacken; plagen; quälen; triezen; vexieren; zu schaffen machen; zusetzen
sticheln; utzen; ärgern

Wiktionary: necken

necken

verb

jemanden auf eine milde Art ein wenig reizen
- necken → reta

Cross Translation:

From	To	Via
• necken	→ reta	↔ tease — to poke fun at

Computer vertaling door derden:

Zweeds

Suggesties voor necken in het Zweeds

Spelling Suggesties voor: necken

neckat; naken; neckar; neckad; necka; nomen; neon; nedan; neckande; neckade

Computer vertaling door derden: