Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. paffen:
    • Wiktionary:
      paffen → puffa, bolma
    • Synoniemen voor "paffen":
      eine anstecken; eine Zigarette anstecken; eine durchziehen; qualmen; quarzen; rauchen; schmöken
    • Synoniemen voor "Paffen":
      Quarzen; Rauchen; Schmauchen; Tabakrauchen; Aktion; Handlung; Operation; Tat


Duits

Uitgebreide vertaling voor paffen (Duits) in het Zweeds

Spelling Suggesties voor: paffen

  • Searching for suggestions...

paffen:


Synoniemen voor "paffen":

  • eine anstecken; eine Zigarette anstecken; eine durchziehen; qualmen; quarzen; rauchen; schmöken

Wiktionary: paffen

paffen
verb
  1. in Stößen rauchen ohne zu inhalieren
  2. lautmalerisch „Paff“ machen, knallen, schießen, explodieren, verpuffen
  3. salopp: rauchen

Paffen:


Synoniemen voor "Paffen":


Computer vertaling door derden:


Zweeds

Suggesties voor paffen in het Zweeds

Spelling Suggesties voor: paffen

  • Searching for suggestions...
Computer vertaling door derden: