Duits
Uitgebreide vertaling voor schrill (Duits) in het Zweeds
schrill:
-
schrill (höllisch; anzüglich; schroff; gellend; grell)
skarpt; gäll; gällt; genomträngande-
skarpt bijvoeglijk naamwoord
-
gäll bijvoeglijk naamwoord
-
gällt bijvoeglijk naamwoord
-
genomträngande bijvoeglijk naamwoord
-
-
schrill (ohrenbetäubend; laut; schwierig; unsanft; eisenhart; hart; streng; herb; eisern; gefühllos; hörbar; stahlhart; eisenstark)
öronbedövande-
öronbedövande bijvoeglijk naamwoord
-
-
schrill (laut; hart; schnell; fest; schwierig; streng; lauthals; steif; herb; kaltblütig; sauer; lautstark; lärmend; unsanft; tosend; gefühllos; hörbar; geräuschvoll)
-
schrill (hell; scharf; grell; spitz; schroff)
Vertaal Matrix voor schrill:
Synoniemen voor "schrill":
Computer vertaling door derden: