Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: türkis

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: türkis

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Türkis:
- turkos
Wiktionary:
- türkis → turkos
- türkis → turkos, turkosfärgad
- Türkis → turkos, turkosfärg

Duits

Uitgebreide vertaling voor türkis (Duits) in het Zweeds

türkis:

Synoniemen voor "türkis":

aquamarin; blaugrün; kobaltblau; zyan

Wiktionary: türkis

türkis

adjective

in einer Farbe zwischen blau und grün (für Textilien verwendet, sonst umgangssprachlich)
- türkis → turkos

Cross Translation:

From	To	Via
• türkis	→ turkos; turkosfärgad	↔ turquoise — having a pale greenish-blue colour
• türkis	→ turkos	↔ turquoise — minéral\|fr pierre de couleur bleu clair à bleu-vert qui provient du phosphate hydraté d'aluminium ou de cuivre.

Türkis:

Türkis [der ~] zelfstandig naamwoord

der Türkis
turkos
- turkos [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Türkis:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
turkos	Türkis

Wiktionary: Türkis

Cross Translation:

From	To	Via
• Türkis	→ turkos	↔ turquoise — gemstone
• Türkis	→ turkos; turkosfärg	↔ turquoise — colour

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor türkis (Zweeds) in het Duits

türkis: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

tår: Schluck; kleinr Schluck
kis: Mann; Typ; Kerl
åtrå: auf etwas abfahren; auf etwas geil sein; verlangen; Verlangen; sich sehnen; hungern; Begehren; schmachten