Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Übungsleiter:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Übungsleiter (Duits) in het Zweeds

Übungsleiter:

Übungsleiter [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Übungsleiter (Trainer)
    tränare; instruktör; coach; lagledare
  2. der Übungsleiter (Trainer)
    tränare
  3. der Übungsleiter (Dresseur; Trainer)
    hästtränare

Vertaal Matrix voor Übungsleiter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
coach Trainer; Übungsleiter
hästtränare Dresseur; Trainer; Übungsleiter
instruktör Trainer; Übungsleiter Ausbilder; Erzieher; Herr Lehrer; Lehrer; Lehrkraft; Lehrmeister; Schulmeister
lagledare Trainer; Übungsleiter Schichtführer
tränare Trainer; Übungsleiter Ausbilder; Lehrer; Lehrmeister

Synoniemen voor "Übungsleiter":