Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Ablenkung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ablenkung (Duits) in het Zweeds

Ablenkung:

Ablenkung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Ablenkung (Ableitungsmanövre; Ableitung; Entspannung; Zerstreuung)
    avledningsmanöver; förströelse
  2. die Ablenkung (Ableitung; Zerstreuung; Entspannung; Zurückführung)
    avledning

Vertaal Matrix voor Ablenkung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avledning Ableitung; Ablenkung; Entspannung; Zerstreuung; Zurückführung
avledningsmanöver Ableitung; Ableitungsmanövre; Ablenkung; Entspannung; Zerstreuung
förströelse Ableitung; Ableitungsmanövre; Ablenkung; Entspannung; Zerstreuung Unterhaltung; Vergnügen; Zerstreutheit

Synoniemen voor "Ablenkung":


Wiktionary: Ablenkung

Ablenkung
noun
  1. Abbringen von einer eingeschlagenen Richtung oder einem eingeschlagenen Ziel
  2. psychische Entspannung/ Zerstreuung
  3. Abweichung von einer Richtung

Cross Translation:
FromToVia
Ablenkung avledningsmanöver diversion — tactic used to draw attention away from the real threat or action